Dit artikel biedt een overzicht van de Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. De richtlijn gebruikt een geïntegreerd model voor stress-kwetsbaarheid en entrapment om een ordening aan te brengen in de factoren die voor de diagnostiek en behandeling van belang zijn. Als algemene principes die steeds van belang zijn, worden contact maken, veiligheid, naasten betrekken en continuïteit van zorg beschreven. Diagnostiek van suïcidaal gedrag is in en groot aantal klinische situaties aangewezen. De diagnostiek is niet zozeer gericht op het voorspellen van suïcide, maar op het indiceren van interventies. De interventies worden verdeeld in eerste interventies, die vooral zijn gericht op de eerste veiligheid, en behandeling op langere termijn die worden verdeeld in psychofarmacologische en psychotherapeutische interventies met een direct effect op suïcidaal gedrag en interventies die een vermindering van suïcidaal gedrag geven door beïnvloeding van stress- en kwetsbaarheidsfactoren, in het bijzonder van psychiatrische aandoeningen. Van lithiumcarbonaat en clozapine is aangetoond dat ze suïcidaal gedrag bij patiënten met bipolaire stoornissen respectievelijk schizofrenie verminderen.